Prometheus zwart
linkerzijde




Tomas Ross (30 oktober 2003)

Tomas Ross (pseudoniem van Willem P. Hogendoorn) studeerde aanvankelijk geschiedenis aan de VU-Amsterdam, vervolgens aan de School voor Journalistiek te Utrecht (1966-1969) en daarna Niet-westerse Sociologie aan de Universiteit van Amsterdam (doctoraal 1975). Hij werkte als journalist onder meer voor het dagblad Het Vaderland, voor de NOS en TROS televisie en voor de VNU.

Sedert 1984 is hij full-time auteur van misdaadromans en film- en tv-scenario’s . Hij debuteerde in 1980 met De honden van het verraad, een zogenaamde politieke thriller over het vrijheidsstreven van Zuid-Molukkers in Nederland en Indonesië. Deze veelgeprezen roman kenmerkte zich door wat nadien Ross’ handelsmerk zou worden: spannende fictie gebaseerd op research en feiten, de laatste doorgaans politieke doofpotten en affaires.

In veel van zijn romans speelt de Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD) een dominante rol, ongetwijfeld mede het gevolg van de loopbaan van Ross’ vader, een van de pioniers van die dienst. Ross publiceerde artikelen over de BVD in onder meer De Volkskrant en Vrij Nederland.

Ross werd twee keer bekroond met de prijs voor de beste Nederlandstalige roman De Gouden Strop; in 1987 voor zijn futuristische thriller Bèta en in 1996 voor zijn roman over de oorlog in het voormalige Joegoslavië Koerier voor Sarajevo.

In 1984 maakte Ross in opdracht van de VARA, samen met onder andere regisseur Frank Diamand, de documentaire Verlate Veldpost over de oorlogsinspanningen van de Nederlandse Prinses Irene-brigade. Een jaar later debuteerde hij als scenarist voor IKON met de jeugdkrimi Misdaad op wielen. In datzelfde jaar ontwikkelde hij voor de VARA-televisie de misdaadserie Op eigen risico. Voor de KRO schreef hij de afgelopen jaren de achtdelige dramaserie Wij Alexander over het leven en sterven van de laatste kroonprins van Oranje in de 19 e eeuw.

Voor de VARA schreef hij de driedelige politieke thriller Genesis, waarin genetische experimenten en al dan niet ethische opvattingen van de overheid centraal staan. In september 1997 ontving hij met de cineast Theo van Gogh een Gouden Kalf voor hun tv-drama In het belang van de staat. In samenwerking met Simon de Waal ontwikkelde Ross de grote lijnen voor de succesvolle politieserie Unit 13, die tussen 1996 en 1999 door de VARA werd uitgezonden.

Tomas Ross heeft inmiddels vele werken op zijn naam staan: thrillers, jeugdboeken, toneel- en hoorspelen, scenario’s , korte misdaadverhalen, etc.. Dit jaar verschenen van zijn hand: De zesde mei, een roman over de moord op Pim Fortuyn, vervolgens De klokkenluider, het geschenk voor de Maand van het Spannende Boek 2003 en onlangs Matilde.

Matilde (2003)
Wie pleegde de zelfmoord op Mathilde Willink? Op 25 oktober 1977 werd Mathilde Willink, negenendertig jaar oud, dood gevonden in haar slaapkamer, een klein pistool in de hand. Zelfmoord luidde de conclusie van het rechercherapport. Maar was dat wel zo?

Thomas Ross zoekt in zijn nieuwe roman Matilde naar de verklaring van dit raadselachtige levenseinde, waarover nu, meer dan vijfentwintig jaar later, nog steeds zoveel verhalen circuleren. Wie waren haar vrienden, met wie ging ze om? Oftewel: van wie wist ze misschien te veel…

Wanneer Mathilde Maria Theodora de Doelder, kortweg Tilly, in 1957 op haar negentiende in Amsterdam arriveert, weet ze niets van wat een paar jaar later die stad op zijn kop zal zetten: de studentenopstand, de provo’s, seks, drugs en rock & roll. Evenmin kent de stad haar: een naïef maar slim meisje uit Zeeland. Enkele jaren later is dat totaal anders: ‘tout’ Amsterdam kent Tilly als Mathilde, de exentrieke en verwende vrouw van de beroemde schilder Carel Willink. Geen feest, geen expositie zonder Mathilde in een van haar peperdure Fong Leng-creaties. Het burgerlijke meisje ontpopt zich als de koningin van het uitgaansleven en domineert de showpagina’s van kranten en tijdschriften met haar uitzinnig luxe leven, door de veel oudere schilder gefinancierd.

Er wordt echter gefluisterd dat Willink genoeg van haar heeft: van haar uitspattingen, haar inmiddels overbekende hysterie, haar affaires en haar contacten met de onderwereld. Volgens ingewijden is het zogenaamde sprookjeshuwelijk een hel waaruit de schilder niet kan ontsnappen omdat hij door Mathilde wordt gechanteerd. Ook na de scheiding, wanneer ze haar luxe leventje voortzet in een riant Amsterdams pand, bezocht door een stoet van minnaars: schatrijke zakenlieden, geheimzinnige buiten- landers, zelfs criminelen. Willink is inmiddels weer gelukkig met zijn nieuwe bruid Sylvia.

En dan wordt Mathilde gevonden, doodgeschoten. Maar wie pleegde deze ‘zelfmoord’?
Tomas Ross licht een tipje van de sluier op in zijn nieuwe roman Matilde, net zo spannend en gewaagd als het fantastische Omwille van de troon.

Mathilde Maria Theodora de Doelder werd geboren in Terneuzen op 7 juli 1938. Hier groeide zij op en doorliep het gymnasium A. Op negentienjarige leeftijd verhuisde zij naar Amsterdam, dat zij destijds zag als een tussenstop voor haar definitieve vertrek naar het Parijs van Sartre, De Beauvoir en Juliette Gréco. Naast haar werk in een boekhandel studeerde zij letterkunde en klassieke talen en intussen ging Mathilde op zoek naar een heer van stand. In 1969 trouwde zij met Carel Willink en werd de oppergodin van het Amsterdam van de jaren zeventig.